Archive for the Profeten Category

Muhammed s.a.w.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

Muhammed s.a.w.s.
Degene die geloven in wat aan Muhammed is neergezonden
< Degenen die ongelovig zijn en afhouden van de Weg van Allah: Hij zal hun werken verloren doen gaan. Maar degenen die geloven en goede werken verrichten en die geloven in wat aan Muhammed is neergezonden en het is de Waarheid van hun Heer: Hij zal hun zonden uitwissen en hun toestand verbeteren. > Q. 47:1-2

Muhammed s.a.w.s. de laatste Profeet
< …hij (Muhammed) is de Boodschapper van Allah en de laatste van de Profeten. En Allah is Alwetend over alle zaken. > Q. 33:40

Muhammed s.a.w.s. niet meer dan een Boodschapper
< En Muhammed is niet meer dan een Boodschapper. Vóór hem zijn de Boodschappers reeds heengegaan. Als hij dan zou sterven of gedood worden: waarom zouden jullie je dan op jullie hielen omdraaien (terugvallen in ongeloof)? En wie zich op zijn hielen zou omdraaien: het schaadt Allah niets. En Allah zal de dankbaren belonen. > Q.3:144

Al zouden engelen zijn neergezonden en de doden spreken…
< En al zouden Wij Engelen tot hen neergezonden hebben en zouden de doden tot hen gesproken hebben en zouden Wij alle zaken (die Muhammed`s profeetschap bewijzen) vóór hen verzameld hebben, dan nog zouden zij niet geloven, tenzij Allah het wilde, maar de meesten van hen zijn onwetend. > Q. 6:111

Degene die geloven dat de Qoran verzonnen is
< Of zij zeggen < Hij (Muhammed) heeft hem (de Qoran) verzonnen. > Zeg Brengt dan tien verzonnen hoofdstukken voort die daaraan gelijk zijn en roept op wie jullie kunnen, buiten Allah, als jullie waarachtigen zijn. > Q. 11:13

Verzen gericht naar Muhammed s.a.w.s.
< Ook al verlang jij (O Muhammed) er hevig naar hen te leiden: voorwaar, Allah leidt niet degene die Hij doet dwalen. En er zijn voor hen geen helpers. > Q. 16:37

< Zeg (O, Muhammed) < Ik zeg jullie niet dat de schatten van Allah bij mij zijn en niet dat ik het verborgene ken, en ik zeg jullie niet dat ik een Engel ben: Ik volg slechts wat aan mij geopenbaard wordt. > Zeg < Zijn de blinden en de zienden gelijk? Denken jullie dan niet na? > Q.6:50

< Laat je niet treurig maken (O Muhammed) door degenen die zich naar het ongeloof haasten. Voorwaar, zij zullen Allah niet schaden. Allah wil dat Hij hen geen aandeel in het Hiernamaals geeft en voor hen is er een geweldige bestraffing. > Q 3:176

< Wij weten het beste wat zij zeggen. En jij (Muhammed) bent niet als een dringer over hen aangesteld. Vermaan daarom met de Quran degenen die Mijn Waarschuwing vrezen. > Q. 50:45

< En degenen die ongelovig zijn, zeggen < Waarom is er geen teken van zijn Heer naar hem (Muhammed) neergezonden? > Voorwaar, jij bent slechts een waarschuwer en voor elk volk is er een leiden (Profeet). > Q. 13:7

< Zo hebben Wij jou (O Muhammed) tot en gemeenschap gezonden, waaraan andere gemeenschappen vooraf zijn gegaan, om aan hen (de Qoran) voor te dragen, die Wij aan jou hebben geopenbaard, terwijl zij de Erbarmer niet geloven. Zeg < Hij is mijn Heer, er is geen god dan Hij, op Hem heb ik mijn vertrouwen gesteld en tot Hem is de terugkeer. > Q. 13:30

Quran 61: Aayah 6. En toen Jezus, zoon van Maria, zei: “O kinderen van Israël, Ik ben Allah’s
boodschapper voor u, datgene bevestigend wat voor mij in de Torah was, en een
blijde tijding gevende van een boodschapper die na mij komen zal, zijn naam zal
Ahmad zijn.” En als hij tot hen komen zal met duidelijke bewijzen zullen zij
zeggen: “Dit is louter bedrog.”

Isa ( jezus) verkondigt een opvolger

LEES IN DE BIJBEL…..

(Jezus tot zijn discipelen red.:) Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven die altijd bij jullie zal zijn: de Geest van de Waarheid. Johannes 14:16-17

Wanneer de pleitbezorger komt die ik (Jezus red.) van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de Waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen. Ook jullie moeten mijn getuigen zijn, want jullie zijn vanaf het begin bij mij geweest.’ Johannes 15:26-27

‘Werkelijk, het is goed voor jullie dat ik (Jezus red.) ga, want als ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als ik weg ben, zal ik hem jullie zenden. Wanneer hij komt zal hij de wereld duidelijk maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is…’ Johannes 16:7-8

‘Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de Waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat. Door jullie bekend te maken wat hij van mij heeft, zal hij mij eren.’ Johannes 16: 12-14

Isah a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

Isa a.s.

< Zeg < Wij geloven in Allah en in wat er tot ons neergezonden is en in wat er neergezonden is aan Ibrahim en Ismail, Ishaq, Yaqoeb en de kinderen van Yaqoeb (al Asbath) en in wat er aan Musa, `Isa en de Profeten van hun Heer werd gegeven. Wij maken geen onderscheid tussen wie van hen dan ook en wij hebben ons aan Hem overgegeven. (moslim )> Q. 3:84

En wie er een andere levensbeschouwing dan de Islam zoekt: het zal niet van hen aanvaard worden en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers.Q. 3:85

O jullie die geloven, vreest Allah vol ware godsvrees voor Hem, en sterft niet anders dan als moslims. Q.3:102

`Isa a.s. was versterkt door Djibril a.s.
< En voorzeker, Wij hebben Musa het Boek gegeven en Wij deden na hem de Boodschappers volgen. En Wij gaven `Isa, de zoon van Meryem de duidelijke bewijzen. En wij versterkten hem met de heilige Geest (Djibril). Is het dan zo dat telkens wanneer er een Boodschapper tot jullie kwam met wat niet in overeenstemming was met jullie begeerten, jullie hooghartig werden en jullie een aantal van hen loochenden en een aantal doodden? > Q. 2:87

`Isa a.s. bevestigde de Taurat (Tora)
< En Wij lieten `Isa, zoon van Maryam, in hun voetstappen volgen, ter bevestiging van wat er van de Taurat (reeds) vóór hem was. En Wij gaven hem de Indjil met daarin Leiding en Licht en een bevestiging van wat er van de Taurat (reeds) vóór hem was: als een leiding en een onderricht voor de Moettaqoen. > Q. 5:46 

`Isa a.s. was geen zoon van Allah
< En de Joden zeggen < Oezeyr is de zoon van Allah, > en de Christenen zeggen < De Masih (`Isa) is de zoon van Allah. > Dat zijn hun woorden uit hun monden. Zij doen soortgelijke uitspraken als degenen die voorheen ongelovig waren. Moge Allah hen vervloeken, hoe kunnen zij zo afwijken? Zij hebben hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren naast Allah genomen en (ook) de Masih de zoon van Meryem, terwijl hun niets is bevolen dan dat zij één God aanbidden: er is geen god dan Hij. Heilig is Hij boven de deelgenoten die zij naast Hem toekennen. > Q. 9:30-31

< Wie dan met jou (O Muhammed) over hem (`Isa) redetwisten nadat de kennis tot jou is gekomen, zeg dan < Laten wij onze zonen en jullie zonen en onze vrouwen en jullie vrouwen en onszelf en jullie zelf bij elkaar roepen en dan gezamenlijk (Allah`s vloek) afroepen en dan Allah`s vloek toewensen aan de leugenaars > Q. 3:61
* Het meningsverschil betrof de positie van `Isa, van wie de Christenen beweerden dat hij de zoon van God zou zijn. Om aan de discussie een eind te maken roept Allah Zijn Profeet Muhammed op de resp. families bij elkaar te roepen en iedere groep te laten zweren, op bestraffing van de vervloeking door Allah als zij zouden liegen. Deze manier van zweren wordt Moebaahalah genoemd. De Christenen weigerden echter op dit aanbod in te gaan.

De schepping van `Isa a.s. is vergelijkbaar met die van Adam a.s.
< Voorwaar, de gelijkenis (van de schepping) van `Isa is bij Allah als de gelijkenis (van de schepping) van Adam. Hij schiep hem uit aarde en Zei vervolgens tot hem < Wees > en hij was. > Q. 3:59

De geboorte van `Isa a.s.
< Toen de vrouw van `Imran zei < Mijn Heer voorwaar, ik wijd bij belofte aan U wat er in mijn buik is, aanvaard het van mij. Voorwaar, U bent de Alhorende, de Alwetende. En toen zij haar gebaarde had, zei zij < Mijn Heer, ik heb haar gebaard, (het is) een meisje > , – en Allah wist het best wat zij gebaard had – > en het mannelijk is niet als het vrouwelijke. En voorwaar, ik heb haar Meryem genoemd, en ik smeek U haar en haar nakomelingen te beschermen tegen de vervloekte Satan. > Toen aanvaardde haar Heer haar vriendelijk en deed haar goed opgroeien. En Hij stelde haar onder de hoede van Zakariyya. Iedere keer dat Zakariyya in de (gebeds-)ruimte bij haar kwam vond hij levensvoorzieningen bij haar. Hij zei < O Meryem, van waar heb jij dat? Zij zei < Dat komt bij Allah vandaan, voorwaar, Allah voorziet wie Hij wil zonder afrekening. Daar smeekte Zakariyya zijn Heer, hij zei < O mijn Heer, schenk mij van U een goed nageslacht, voorwaar, U bent het die de smeekbede hoort. Toen riepen de Engelen tot hem, toen hij in de gebedsruimte (Mihrab) in gebed stond < Voorwaar Allah brengt jou een verheugende tijding: (de geboorte van) Yahya, als een bevestiging van een Woord van Allah, als een leider, een ingetogene, een profeet, behorende tot de rechtgeschapene. Hij zei < O mijn Heer, hoe kan ik een jongen (verwekken, terwijl ik oud geworden ben en mijn vrouw onvruchtbaar is? > Hij (Allah) zei < Zo doet Allah wat Hij wil. > Hij zei < O mijn Heer, geef mij een teken. > Hij (Allah) zei < Jouw teken is, dat je drie dagen niet met de mensen spreekt dan door gebaren, gedenkt jouw Heer veel en prijst (Zijn glorie) in de avond en in de ochtend > En toen de Engelen zeiden < O Meryem, voorwaar, Allah heeft jou uitverkorenen en jou gereinigd en jou boven de vrouwen van de werelden uitverkoren. O Meryem, gehoorzaam jou Heer en kniel je (voor Hem) neer en buig je met de buigenden. Dat zijn de berichten over het verborgene die Wij aan jou (O Muhammed) mededelen. En jij was niet met hen toen zij door hun pennen te werpen verlootten wie van hen verantwoordelijk was voor de zorg voor Meryem, en jij was ook niet bij hen toen zij hierover redetwistten. (Gedenkt) Toen de Engelen zeiden < O Meryem, voorwaar, Allah kondigt jou met een Woord van Hem een verheugende tijding aan: zijn naam is de Masih, `Isa, zoon van Meryem, in deze wereld en in het Hiernamaals is hij een man van eer en hij behoort tot degenen die dicht (bij Allah) staan. En hij spreekt tot de mensen vanuit de wieg en als volwassene en hij behoort tot de rechtschapenen. Zij zei < O mijn Heer, hoe kan ik een kind krijgen terwijl geen man mij heeft aangeraakt? > Hij (Allah) zei < Zo is het: Allah schept wat Hij wil, als Hij over een zaak bepaalt, dan zegt Hij er slechts tegen ‘Wees’ en het is. > Q.3:35-47

De wonderen van `Isa a.s.
< En hij onderwijst hem de Schrift, en de Wijsheid en de Taurat en de Indjil. En (hij is) als een Boodschapper voor de kinderen van Israël, (die zegt) < Voorwaar, ik ben tot jullie gekomen met een Teken van jullie Heer, en ik maak voor jullie (iets) uit de klei, gelijkende op de vorm van een vogel en ik blaas erin en het zal met verlof van Allah een vogel zijn. En ik genees de blinden en de leprozen en ik doe de doden met het verlof van Allah tot leven komen. En ik vertel jullie wat jullie eten, en wat jullie in jullie huizen bewaren. Voorwaar, daarin is een Teken voor jullie als jullie gelovigen zijn. En (ik ben er) als bevestiging van wat er voor mij is gekomen van de Taurat, en opdat ik jullie een paar dingen wettig kan verklaren die voor jullie verboden waren, en ik ben tot jullie gekomen met een Teken van jullie Heer, vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. Voorwaar, Allah is mijn Heer en jullie Heer, dient Hem dus, dit is een recht Pad. > En toen `Isa ongeloof bij hen ontdekte, zei hij < Wie zijn mijn helpers (op het rechte pad) naar Allah? > Zijn metgezellen (Hawariyyoen) zeiden < Wij zijn helpers van Allah, wij geloven in Allah en getuigen dat wij ons overgegeven hebben. Onze Heer, wij geloven in wat U neergezonden hebt en wij volgen de Boodschapper en schrijf ons daarom op bij de getuigen (van de Eenheid van Allah). > En zij (de ongelovigen) beraamden listen en Allah maakte plannen en Allah is de beste van hen die plannen maken. En toen Allah zei < O `Isa, voorwaar, Ik zal jou tot Mij nemen en Ik zal jou tot mij opheffen en jou reinigen van degenen die ongelovig zijn en Ik zal degenen die jou volgen boven degenen die ongelovig zijn stellen, tot de Dag der Opstanding. Daarna zal jullie terugkeer tot Mij zijn en daarna zal Ik onder jullie rechtspreken over dat waarover jullie plachten van mening te verschillen. > 3:48-55

`Isa a.s. werd niet gedood
< En (wegens) hun uitspraak. < Wij hebben de Masih* `Isa, zoon van Maryam, Boodschapper van Allah, gedood. > Maar zij doodden hem niet en zij kruisigden hem niet, maar iemand die voor hen op hem leek. En voorwaar, degenen die daar van mening over verschillen, twijfelen daar onderling over. Zij hebben daar geen kennis over, zij volgen slechts vermoedens en zij zijn niet van overtuigd dat zij hem gedood hebben. Maar Allah heeft hem juist tot zich opgeheven en Allah is Almachtig, Alwijs. En er is niemand van de Lieden van de Schrift of hij moet vóór zijn dood in hem (de Profeet `Isa) geloven en op de Dag der Opstanding zal hij een getuige over hen zijn. > Q. 4:157-159
* Masih: ander naam van de Profeet `Isa.

Allah verteld over `Isa a.s.
< (Gedenkt) toen Allah zei < O `Isa, zoon van Maryam, gedenk Mijn gunst aan jou en aan jouw moeder toen ik jou versterkte met de Heilige Geest (Djibril) zodat jij met de mensen sprak en jij in de wieg lag en toen jij volwassen was. En toen Ik jou de Schrift en de wijsheid en de Taurat en de Indjil onderwees. En toen jij uit klei de gelijkenis van een vogel schiep, met Mijn verlof, en jij blies erin en het werd een vogel, met Mijn verlof en jij genas de blinden en de leprozen, met Mijn verlof. En toen jij de doden deed weekeren, met Mijn verlof. En toen Ik de Kinderen van Israël van jou afhield toen jij met de duidelijke Bewijzen tot hen kwam. > En degenen onder hen die ongelovig waren, zeiden < Dat is niets dan duidelijke tovenarij. > En toen Ik de metgezellen (van `Isa) inspireerde om in Mij te geloven en in Mijn Boodschapper, zeiden zij < Wij geloven, en getuig dat wij ons (aan U) overgegeven hebben. > Toen de metgezellen zeiden < O `Isa, zoon van Meryem, kan jou Heer ons een Ma`idah (gedekte tafel) doen neerdalen uit de hemel? > Hij (`Isa) zei < Vreest Allah, indien jullie gelovigen zijn. > Zij zeiden < Wij willen (alleen maar) dat wij daarvan eten en onze harten tot rust gebracht worden en wij (willen) weten of jij ons waarlijk de Waarheid hebt verteld en dan behoren wij tot de getuigen daarvan. > `Isa, zoon van Meryem zei < O Allah, onze Heer, doe een tafel uit de hemel neerdalen opdat er voor de eerste tot en met de laatste van ons een plechtig feest ( `Id) is, als een Teken van U. En geeft ons voorzieningen en U bent de Beste van de Voorzieners. > Allah zei < Ik zal hem tot jullie doen neerdalen, maar wie van jullie daarna ongelovig is: voorwaar, Ik zal hem straffen met een bestraffing waarmee Ik niemand in de werelden gestraft heb. > En (gedenk) toen Allah zei < O `Isa, zoon van Meryem, heb jij tegen de mensen gezegd: < Neemt mij en mijn moeder tot twee goden naast Allah? > Hij (`Isa) zei < Heilig bent U! Nooit zou ik kunnen zeggen waarop ik geen recht hen. Indien ik dat gezegd had, zou U dat zeker geweten hebben. U weet wat er in mijn ziel is, en ik weet niet wat er in Uw Ziel is. Voorwaar, U bent de Kenner van het verborgene. Ik heb hen niet anders gezegd dan U mij heeft bevolen te zeggen: ‘Dient Allah, mijn Heer en jullie Heer’. En ik was getuige van hen zolang ik onder hen was, en toen U mij tot U opnam was U de Waker over hen en U bent getuige van alle zaken. Indien U hen straft: voorwaar, zij zijn Uw dienaren. En indien u hen vergeeft: dan voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze. > Allah zei < Dit is een Dag waarop hun waarachtigheid de waarachtigen zal baten; er zijn voor hen Tuinen (het Paradijs) waar onder de rivieren stromen, zij zijn eeuwig levenden daarin. Allah is welbehaagd met hen en zij zijn welbehaagd met Hem. Dat is de geweldige overwinning. > Q. 5:110-119

Q.3:51 Voorwaar, Allah is mijn Heer en jullie Heer, dient Hem dus, dit is een recht Pad”.

Q. 19:88 En zij zeiden: “De Barmhartige heeft Zich een zoon genomen.”

Q, 19:89 Voorzeker, jullie zijn met iets verwerpelijk gekomen.

Q. 19:90 De hemelen staan daardoor op het punt om open te barsten en de aarde om open te splijten en de bergen om uiteen te vallen!

Q. 19:91 Omdat zij een zoon toeschrijven aan de Barmhartige.

Q. 19:92 Het is niet passend voor de Barmhartige om Zich een zoon te nemen.

Q. 19:93 Er is niemand in de hemelen of (op) de aarde of bij zal als een dienaar naar de Barmhartige komen.

 

Yahya a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

 Yahya a.s.
< Zakariyya en Yahya en `Isa en Ilyas: allen behoorden tot de oprechten. > Q. 6:85

< (Allah zei) < O Yahya, neem de Schrift stevig aan. > En Wij gaven de wijsheid aan hem, terwijl hij jong was. > Q. 19:12

De geboorte van Yahya
<Toen riepen de Engelen tot hem (Zakariyya), toen hij in de gebedsruimte (Mihrab) in gebed stond <Voorwaar Allah brengt jou een verheugende tijding: (de geboorte van) Yahya, als een bevestiging van een Woord van Allah, als leider, een ingetogene, een Profeet, behorende tot de rechtschapenen.> Q. 3:39

– Bekijk voor meer verzen uit de Quran omtrent de Profeet Yahya, de Profeet Zakariyya, de vader van Yahya. Moge Allah tevreden met hen zijn.

Zakariyya a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

 Zakariyya a.s.
< Zakariyya en Yahya en `Isa en Ilyas: allen behoorden tot de oprechten. > Q. 6:85

Het verhaal van Zakariyya, de geboorte van Yahya
< (Dit is) een vermelding van Barmhartigheid van jouw Heer aan Zijn dienaar Zakariyya. (Gedenkt) toen hij zachtjes zijn smeekbeden tot zijn Heer richtte. Hij (Zakariyya) zei < O mijn Heer, voorwaar, mijn botten zijn zwak en mijn haar is grijs glanzed, nooit ben ik, O Heer, teleurgesteld geraakt in mijn smeekbeden tot U. En ik ben bang voor (het ontbreken van) mijn nakomelingen na mij, want mijn vrouw is onvruchtbaar. Dus schenk mij van Uw Zijde een nakomeling. Die van mij zal erven en van de familie van Yaqoeb. Mijn Heer maak hem u welgevallig. > (Allah zei) < O Zakariyya, Wij brengen jou de verheugende tijding van een jongen, Yahya genaamd. Wij gaven niemand eerder deze naam. > Hij (Zakariyya) zei < O mijn Heer, voorwaar, hoe kan ik een jongen krijgen terwijl mijn vrouw onvruchtbaar is? En waarlijk, ik heb een hoge leeftijd bereikt. > Hij (Allah) zei < Zo zal het zijn, jouw Heer zegt: het is makkelijk voor Mij. En voorwaar. Ik heb jou hiervoor geschapen toen jij niets was. > Hij zei < O Mijn Heer, geef mij een Teken. > Hij (Allah) zei < Jouw Teken is dat jij gedurende drie nachten niet zult spreken met de mensen, hoewel jij gezond bent. > Toen kwam hij van de plaats van het gebed naar zijn volk, en gebaarde hen < Looft (Allah`s) glorie in de ochtend en de avond. > Q. 19:2-11

< Daar smeekte Zakariyya zijn Heer, en zei < O, mijn Heer, schenk mij van U een goed nageslacht, voorwaar, U bent het die de smeekbede verhoort. > Toen riepen de Engelen tot hem, toen hij in de gebedsruimte (Mihrab) in gebed stond < Voorwaar, Allah brengt jou een verheigende tijding: (de geboorte van) Yahya, als een bevestiging van een Woord van Allah, als een leider, een ingetogene, een Profeet, behorende tot de rechtschapenen. >
Q. 3:38-39

Loqman a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

Loqman a.s.

< En voorzeker, Wij hebben Loqman de wijsheid geschonken: wees Allah dankbaar. En wie dankbaar is, is slechts dankbaar voor zichzelf; en wie ondankbaar is: voorwaar, Allah is Behoeftloos, Geprezen. En (gedenkt) toen Loqman tot zijn zoon zei, hem raad gevende < O mijn zoon, ken Allah geen deelgenoten toe: voorwaar, het toekennen van deelgenoten (aan Allah) is zeker een geweldig onrecht. > En Wij bevolen de mens (goedheid) jegens zijn ouders. Zijn moeder droeg heen in zwakheid op zwakheid, en het zogen van het duurde twee jaren. Wees daarom Mij en jouw ouders dankbaar. Tot Mij is de terugkeer. > Q. 31:12-15

Het advies van Loqman aan zijn zoon
< (Loqman zei) < O mijn zoon, ook al is er iets dat slechts, het gewicht van een mosterdzaadje heeft, dat zich in een rots bevindt, of in de hemelen, of in de aarde: Allah zal het tevoorschijn brengen. Voorwaar, Allah is Zachtmoedig, Alwetend. O Mijn zoon, onderhoud de gebed (salaat) en roep op tot het goede en weerhoud van het verwerpelijke. En wees geduldig met wat jou treft. Voorwaar, dat behoort tot de aanbevolen daden. En wend jouw gezicht niet af van de mensen en loop niet trots op aarde: voorwaar, Allah houdt van geen enkele verwaande opschepper. En wees gematigd in jouw (manier van) kopen en spreek met een zachte stem: voorwaar, de meest verafschuwde van de stemmen is zeker de stem van de ezel. > Q. 31:16-19

Yoenoes a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

 Yoenoes a.s.
<Voorwaar, Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij aan Noeh en de Profeten na hem openbaarden. En Wij openbaarden aan Ibrahim en Isma`il en Ishaq en Ya`qoeb en de kinderen (van Ya`qoeb) en `Isa en Ayyoeb en Yoenoes en Haroen en Soelaiman. En wij gaven Dawud de ZAbur.> Q4:163

Het verhaal van Yoenoes, de vis
< En voorwaar, Yoenoes behoort zeker tot de gezondenen. (Gedenkt) toen hij wegliep naar het volgeladen schip. Toen lootte hij (om een plaats erop) en hij behoorde tot de verliezers. Toen slokte de vis hem op en hij verweet zichzelf. En als hij niet tot degene die de Glorie van Allah prezen behoord had. Zou hij zeker in zijn buik zijn gebleven. tot de Dag waarop zij worden opgewekt. Toen wierpen wij hem eruit, op een kale vlakte, en hij was ziek. En Wij deden over em een boom groeien met veel bladeren. En Wij zonden hem naar een honderdduizendtal (volgelingen) of meer. > Q. 37:139-147

<Was er maar een stad geweest, naast die van het volk van Yoenoes, die geloofde, opdat haar geloof haar zou baten. Toen zij (het volk van Yoenos) geloofden, namen Wij de bestraffing van de vernedering in het wereldse leven weg, en schonken Wij hen genietingen tot een bepaalde tijd.> Q. 10:98

Zulkifl a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

  Zulkifl a.s.
< En (Gedenkt) Ismail, Idris en Zulkufl: allen behoorden tot de geduldigen. > Q. 21:85

< En gedenk Ismail en Alyesa` en Zulkifl: zij behoorden allen tot de besten. > Q. 38:48

Elyesa a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

 Elyesa a.s.
< En Isma`il en El Yesa` en Yoenoes en Loeth: allen hebben Wij boven de wereldbewoners bevoorrecht. > Q. 6:86

< En gedenk Ismail en Elyesa en Zulkifl: zij behoorden allen tot de besten. > Q. 38:48

Ilyas a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

  Ilyas a.s.
< Wij schonken hem (Ibrahim) Ishaq en Ya`qoeb, allen leidden Wij, en ervóór leiden wij Noeh, en van zijn nageslacht Dawud en Soelaiman en Ayyoeb en Yoesoef en Musa en Haroen: zo belonen wij de weldoeners. En Zakariyya en Yahya en `Isa en Yoenoes en Loeth: allen hebben wij boven de wereldbewoners bevoorrecht. En van hun vaderen en hun nageslacht en hun broeders: Wij hebben hen verkozen en Wij leidden hen op een recht Pad. Dit is de Leiding van Allah, waarmee hij van Zijn dienaren leidt wie hij wil, maar als zij deelgenoten (aan Allah) toegekend hadden, was wat zij plachten te doen voor hen vruchteloos geworden. Zij zijn degenen die wij de schrift en de Wijsheid en het Profeetschap gaven en indien zij er ongelovig aan zijn: waarlijk, wij vertrouwen het toe aan een volk dat er niet ongelovig aan is. zij zijn degene die Allah leiding gaf: volgt dus hun leiding. Zeg < Ik vraag U er geen beloning voor, het is slechts een vermaning voor de werelden. > Q 6:84-90

< En voorwaar. Ilyas behoort zeker tot de Gezondenen. (Gedenkt) toen hij tot zijn volk zei < Vrezen jullie (Allah) niet? Aanbidden jullie Ba`l (afgod) en verlaten jullie de Beste der Scheppers? Allah is jullie Heer en de Heer van jullie voorvaderen. > Toen loochenden zij hem, daarom worden zij zeker voorgeleiden (voor de bestraffing). Behalve de dienaren van Allah die zuiver in hun aanbidding zijn. En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren. Vrede zij met Ilyas. > Q.37:123-130

Soelaiman a.s.

Posted in Profeten on 16 december 2010 by haqiqat83

 Soelaiman a.s.
< En Wij schonken Dawud Soelaiman, de beste dienaar. Voorwaar, hij is de meest berouwtonende. (Gedenkt) Toen hem in de avond de snelle raspaarden werden getoond. Toen zei hij < Voorwaar, ik koesterde de liefde voor het goede ten koste van het gedenken van mijn Heer, totdat zij onzichtbaar werden door de zonsondergang. Breng ze naar mij terug. > Daarna begon hij (de paarden) over de benen en de halzen te strijken. En voorzeker, Wij hebben Soelaiman op de proef gesteld en Wij zetten (hem) op zijn zetel, als een lichaam, waarna hij berouw toonde. Hij zei < Mijn Heer, vergeef mij, en schenk mij een koninkrijk dat niemand na mij ooit zal bezitten. Voorwaar, U bent de Schenker. > En Wij maakten de wind aan hem dienstbaar, die volgzaam waaide op zijn bevel, waarheen hij wilde. En (ook) de Satans, allen waren bouwers en duikers. En andere (Satans) vastgebonden in ketenen. Dat is een geschenk van Ons, geef (het) dan weg of houd (het) achter; zonder afrekening. En voorwaar, voor hem is er bij Ons zeker (Onze) nabijheid en de beste plaats van terugkeer. > Q. 38:30-40

< En zij volgden wat de Satans voorlazen ten tijde van Soelaiman`s koninkrijk en Soelaiman was niet ongelovig, maar de Satans waren ongelovig, zij onderwezen de mensen tovenarij (Sihr) en wat was neergezonden te Babel aan de twee Engelen Haroet en Maroet*. En geen van beiden geven onderricht, zonder dat zij zeiden < Voorwaar, wij zijn slechts een beproeving, weest daarom niet ongelovig. > Zo leerden zij van hen (tovenarij), dat wat een scheiding veroorzaakte tussen een man en zij echtgenote. En zij schaadden daarmee niemand, behalve met toestemming van Allah. En zij (de Mensen) leerden wat hen schaadde en hen niet baatte. En voorzeker, zij wisten dat, wie dat (tovenarij) koop, geen aandeel zal hebben in het Hiernamaals. En slecht is het waarvoor zij hun zielen verkochten, als zij het maar wisten. En als zij hadden geloofd en (Allah) hadden gevreesd, dan zou (hun) beloning bij Allah beter geweest zijn. Als zij het maar wisten. >
Q. 2: 101-103
* Deze twee Engelen onderwezen de mens as-Sihr, de tovenarij. Zij deden dat niet om de mensen tot dwaling te brengen, maar om de mensen te waarschuwen. Zij leerden de mensen tovenarij te gebruiken om de tovenarij te kunnen bestrijden. Maar de mensen maakten hiervan misbruik, bijvoorbeeld door te proberen om het behulp van tovenarij een scheiding tussen een man en een vrouw teweeg te brengen. In vele Verzen wordt over tovenarij gesproken, vooral in de Verzen die over Musa en Firaun gaan. De twee laatste Soerah`s van de Koran worden al Moe`awwidzatain, genoemd. Onder andere met deze Sierah`s kan de mens zijn toevlucht tot Allah zoeken tegen de gevaren van tovenarij. Hij gebruik maken van as-Sihr is in de Islam onder alle omstandigheden verboden.

De gunsten die aan Soelaiman a.s. gegeven waren
< En (gedenk) Dawud en Soelaiman toen zij een oordeel gaven over het akkerland, waarop de schapen van het volk grazend rondgelopen hadden. En Wij waren getuigen van hun oordeel. En Wij deden Soelaiman (de zaak) begrijpen. En aan ieder van hen gven Wij wijsheid en kennis. En Wij maakten Dawud met de bergen en de vogels dienstbaar om (Allah`s) glorie te prijzen, En Wij waren het Die dat deden. En Wij leerden hem kleding (maliënkolders) te maken om jiullie te beschermen in jullie oorlog. Zullen jullie dan dankbaar zijn. En aan Soelaiman (onderwierpen Wij) de stormachtige wind, die met Zijn verlof naar het land bewoog dat Wij gezegend hadden. En Wij zijn Alwetend over alle zaken. En van de Satans doken er voor hem en zij verrichtten daarnaast ander werk. En wij waren Wakers over hen. > Q. 21:78-80

Soelaiman a.s. had macht over de wind
< En voor Soelaiman (onderwierpen Wij) de winden. Het waaien ervan in de ochtend duurt een maan en in de avond duurt het een maand. En Wij maakten het brons voor hem tot een loeiende bron. En onder de Djin`s waren er die voor hem werkten, met toestemming van zijn Heer. En wie van hen afweek van Ons bevel, die doen Wij de bestraffing van het laaiende vuur (de Hel) proeven. Zij maakten voor hem wat hij wilde; hoge gebouwen, beelden en schalen zo groot als vijvers en onverplaatsbare ketels. Werkt O familie van Dawud, uit dankbaarheid. Maar, weinigen van Mijn dienaren zij dankbaar. > Q. 34:12-13

Soelaiman a.s. kende de taal van de dieren
< En voorzeker, Wij gaven de kennis aan Dawoe en Soelaiman, en beide zeiden zij < Alle lof zij Allah, Degene Die ons heeft bevorrecht boven belen van Zijn gelovige dienaren. > En Soelaiman volgde Dawud op. En hij zei < O mensen, aan ons is de taal van de vogels onderwerzen, en ons is alles gegeven. Voorwaar, dit is zeker een duidelijke gunst. > En voor Soelaiman weden zijn troepen verzameld: de Djins en de mensen en de vogels, en zij werden in rijen opgesteld. Totdat zij langs de vallei van de mieren kwamen, en een mier zei < O jullie mieren, gaat jullie woningen binnen, anderszullen Soelaiman en zij troepen jullie vertrappen, zonder dat zij het beseffen! > Toen glimlachte hij (Soelauman) om haar woorden, en zei < Mijn Heer, maak mij dankbaar voor Uw gunst die U mij en mijn ouders schonk, en doe mij goede daden verrichten, waar U Uw welgevallen op doet rusten. En laat mij, door Uw Barmhartigheid, behoren tot Uw rechtschapen dienaren. > Q. 27:15-19

Het verhaal van Soelaiman a.s., de zon aanbiddende koninging
En hij inspecteerde de vogels, toen zei hij < Hoe komt het dat ik de hop niet zie? Of behoort hij tot de afwezigen > Ik zal hem zeker een strenge bestraffing opleggen of ik zal hem zeker slachten, of hij zal bij mij moeten komen met een duidelijke reden. > Daarop bleef hij niet lang afwezig, en hij zei < Ik weet iets waarvan jij niet niet weet. En ik breng jou uit Aaba`overtuigende berichten. Voorwaar, ik heb gezien dat een vrouw over hen heerst en zij beschikt over alle zaken en zij heeft een geweldige troon. Ik heb gezien dat zij en haar volk knielen voor de zon, naast Allah. En dat de Satan hun hun daden schoon doet toeschijnen en hen daarmee afleidt van de Weg. Zij volgen dus een Leiding zodat zij zich niet voor Allah neerknielen, Degene Die voortbrengt wat verborgen is in de hemelen en op de aarde, en Die weet wat jullie verbergen en wat jullie openlijk doen. Allah er is geen god dan Hij, de Heer van de Geweldige Troon. > Hij (Soelaiman) zei < Wij zullen zien of jij de waarheid verteld hebt of dat jij tot de leugenaars behoort. Ga heen met deze brief en geef hem aan hen; wend je dan van hen af. Zij zei < O vooraanstaanden, aan mij is een edele brief bezorgd. Voorwaar, hij komt van Soelaiman en voorwaar, hij Luidt < In de Naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige. Verhef jezelf niet in hoogmoed boven mij en komt naar mij als overgegevenen. > Zij zei < O vooraanstaanden, geeft mij raad in mijn zaak. Ik nam geen besluit over een zaak voordat julie er getuigen van waren. > Zij zeiden < Wij beschikken over macht en wij beschikken over grote moed, maar de zaak berust bij U, zie daarom maar wat U beveelt. > Zei zij < Voorwaar, wanneer de koningen een stad binnengingen, zaaiden zij daar verderf en maakten zij de edelen onder haar inwoners tot vernederden; en zo handelen zij. En voorwaar, ik zal hun een geschenk sturen en zien waarmee de gezanten terugkeren. > Maar toen hij (de gezant) bij Soelaiman kwam, zei hij < Zouden jullie mij met bezit steunen? Dat wat Allah gegeven heeft is beter dan wat Hij jullie gegeven heeft. Maar jullie verheugen je over jullie geschenk. Keer naar hen terug, wij komen zeker met troepen nar hen, waartegen zij geen verzet kunnen bieden. En Wij zullen hen zeker daaruit verdrijven, vernederd, terwijl zij onderworpenen zijn. Hij zei < O vooraanstaanden, wie van jullie brengt mij haar troon, voordat zij naar mij komen als overgegevenen. > Een Iftir van de Djin`s zei < Ik zal hem naar jou brengen voordat jij van jouw plaats opstaat en voorwaar, ik ben zeker een betrouwbare kracht daartoe. > Degenen met kennis van Schrift zei < ik zal hem in een oogwenk naar jou toebrengen. > En toen hij vóór zoch geplaatst zag, zei hij < Dit is een gunst van mijn Heer, om mij op de proef te stellen of ik dankbaar zal zijn of ik ondeankbaar zal zijn. Maar hij die dankbaar is, is slechts dankbaar voor zichzelf. En wie ondankbaar is: voorwaar, mijn Heer is Behoeftloos, Edel > Hij (Soelaiman) zei < Maak haar troon onherkenbaar voor heer, zodat wij zien of zij herkent of dat zij behoort tot degenen die niet herkennen. > Toen zij aankwam, werd haar gezegd < Is dit jou troon? > Zei zij < Het is alsof hij het is. > (Soelaiman zei) < Aan ons is vóór haar al kennis gegeven en wij gaven ons (aan Allah) over. En zij werd verhinderd door wat zij naast Allah aanbad. Voorwaar, zij behoorde tot het ongelovige volk. Er werd tegen haar gezegd < Treed het paleis binnen. > Toen zij het zag, dacht zij dat het een waterplas was en zij trok (haar gewaad) op van haar benen. Hij zei < Het is een paleis dat betegeld is met glas. > Zij zei < Mijn Heer, voorwaar, ik heb mijzelf onrecht aangedaan en ik geef mij met Soelaiman over aan Allah, de Heer der Werelden. > Q. 27:20-45

< Toen Wij dan voor hem (Soelaiman) de dood bedden beschikt, was er niets dat hen op zijn dood wees, behalve de diertjes van de aarde die zijn staf opaten. Toen hij (zijn lichaam) was gevallen, was het de Djin’s duidelijk (dat hij dood was). Hadden zij maar kennis gehad over het onwaarneembare, dan zouden zij niet in de vernederende bestraffing zijn gebleven. > Q. 34:14